Balletmuziek uit het begin en het midden van de 19de eeuw is binnen de muziek- en theaterwetenschap nog grotendeels ‘terra incognita’: onderzoek naar Vlaamse/Belgische balletmuziek uit die bewuste periode is quasi onbestaande. Dit project wil een deel van die lacune opvullen en meteen ook het onderzoek naar deze multidisciplinaire kunstvorm stimuleren, al wordt in dit project vooral de partituur bestudeerd.
Daartoe wil dit project focussen op een van de belangrijkste componisten uit het Belgische muziekleven van de 19de eeuw: Charles-Louis Hanssens ‘jeune’ (Gent, 1802 – Brussel, 1871). Leven en werk van Hanssens zijn de laatste decennia slechts zeer partieel bestudeerd en daarbij is zijn balletmuziek helemaal een blinde vlek. De keuze om de balletmuziek van Hanssens ‘jeune’ als onderzoeksobject te nemen is evident: hij was een balletcomponist én -dirigent met internationale reputatie; in binnen- en buitenlandse operahuizen werkte hij samen met eminente choreografen en hij liet een waardevol corpus van 17 balletten na.
De centrale onderzoeksvraag van dit project is hoe en in welke mate Hanssens met zijn balletten bijdroeg aan de evolutie van het nauw met de opera gelieerde ‘ballet-pantomime’ tot een autonome kunstvorm met partituren van symfonische allures.
Onderzoeker: Maaike De Prins