Jan Dewilde en Kevin Voets van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen deden in samenwerking met Michiel Schuijer van Conservatorium Amsterdam, onderzoek naar de evolutie van de conservatoriumcurricula. De conservatoria van beide steden zijn als instellingen representatief voor het Nederlandse taalgebied. Zowel in Antwerpen als in Amsterdam zijn vanaf de oprichting in de late 19de eeuw de jaarverslagen bewaard gebleven, waardoor dataverzameling en systematische analyse mogelijk worden en in de jaarboeken staan de opleidingsprogramma’s beschreven.
Onder meer volgende onderzoeksvragen kunnen gesteld worden met betrekking tot de te verzamelen gegevens: wanneer worden welke vakken geïntroduceerd in de programma’s, en in welke context? Wanneer en onder welke invloed verschijnt muziekanalyse als apart opleidingsonderdeel? Wanneer verschijnen contrapunt en fuga, gesteld dat diplomering hiervan tot eind jaren tachtig van vorige eeuw basisvereisten waren om directeur te kunnen worden van een muziekacademie in Vlaanderen? Hoe evolueert het evenwicht tussen uitvoeringsgerichte vakken en theoretische onderwerpen? Wanneer krijgt jazz en lichte muziek een eigen, specifieke focus? Wat is de invloed van de revival van de oude muziek vanaf de jaren 1960 op de curricula? Hoe komt de internationale gerichtheid tot uiting in het programma, en hoe evolueert dit? Hoe gebeurt de kennisoverdracht? Tenslotte kunnen er ook gegevens met betrekking tot genderverhoudingen verzameld en bestudeerd worden.
Promotor: Stephan Weytjens