Audioverhalen zijn oud en hedendaags tegelijk. Seneca schreef theaterstukken die niet werden geënsceneerd maar voorgedragen. Rond 1950 was het luisterspel zeer populair, dankzij het toen nieuwe medium radio. Under Milk Wood van Dylan Thomas (1954) is hier een krachtig voorbeeld van. Vandaag vinden audioverhalen in een snel tempo nieuwe artistieke toepassingen: in podcasts dankzij het internet, in audioguides dankzij smartphones en theatrale vertellingen dankzij het gebruik van multimedia op scène.
Audioverhalen bevinden zich tussen media, theater en literatuur. Los van de drager, bestaan ze puur uit taal en geluid en werken op de persoonlijke verbeelding van de luisteraar. Om de beelden te kunnen verbeelden gebruikt het audioverhaal specifieke narratieve elementen: stem, scènes, muziek, geluiden en stilte. Wat zijn de consequenties bij het schrijven en het uitvoeren van vertelstem in audioverhalen in drie verschillende contexten: in podcast, audioguide en audiovoorstelling?
Als maker, docent en curator van audioverhalen merkt Katharina Smets dat de woordenschat om over audioverhalen te spreken vandaag beperkt is. In dit onderzoek zal het audioverhaal worden benaderd als volwaardige kunstvorm. Door gesprekken met makers, masterclasses en luisteravonden verzamelt ze materiaal voor een kwalitatief onderzoek in een publicatie. Haar persoonlijke artistieke onderzoek wordt getoetst in verhalende podcasts, audioguides en audiovoorstellingen.
Promotoren: Clara van den Broek & Luc Van den Drie
(c) Olmo Peeters