Dit project bestudeert de relatie tussen muziekpraktijk en scenografie in de Vlaamse Opera te Antwerpen, tussen 1907 en 1940. Het onderzoek wordt enerzijds gevoerd aan de hand van zorgvuldig geselecteerde musici, bestuurders, decorontwerpers, etc. en anderzijds door een select aantal opera’s (zowel lokale creaties als buitenlandse werken). Het resultaat van het onderzoek is een fundamenteel inzicht in op de vroeg-twintigste-eeuwse operapraktijk in België en daarbuiten.