Dit project is gericht op het in kaart brengen van de evolutie van de theaterpedagogie in Vlaanderen vanaf 1946 aan de hand van het archief van de Studio Herman Teirlinck / Hoger Instituut voor Dramatische Kunst. Onderzocht wordt welke evolutie valt vast te stellen in de pedagogische werkmethodes. Hiervoor wordt de benadering van de speldocenten onderzocht aan de hand van pedagogische documenten van de school, maar ook aan de hand van de esthetiek en werkprocessen van de studentenvoorstellingen die zij begeleidden, en tenslotte ook via interviews met alumni van de school.
Het doel van dit onderzoek is tweeledig. Enerzijds is het noodzakelijk om een genuanceerd beeld te krijgen van de geschiedenis van de theaterpedagogie in Vlaanderen. Anderzijds is het belangrijk om na te gaan hoe deze docenten met hun artistieke opvatting en pedagogische werkmethode een stempel hebben weten te drukken op de toekomstige acteurs en kleinkunstenaars.
De basis voor dit onderzoek vormt het voormalig Studio-archief dat momenteel op een voorlopige wijze is ondergebracht in de kelders van het Conservatorium. Personeelsdossiers, documentatiemappen over de gespeelde voorstellingen met programmabladen, foto’s en persknipsels, en verslagen over pedagogische onderwerpen vormen het uitgangspunt voor dit onderzoek.
Onderzoekers: Thomas Crombez, Jan Dewilde, Toon Brouwers, Heidi Broeckaert
Promotor: Herman Mariën