Dit doctoraat van Levente Kende focust op de interactie tussen de late pianowerken van Ferenc Liszt (1870-1886) en de vroege pianowerken van Béla Bartók (1905-1911). Deze specifieke werken van Liszt en Bartók breken volledig met hun voorgaande romantische periodes en luiden een nieuwe componeerstijl in. Wat heeft Liszt en Bartók er uiteindelijk toe gebracht om op een gelijkaardige manier die stap naar vroege moderniteit te zetten?
Verder richt dit onderzoek zich op de vergelijking tussen Liszt en Bartók zelf. De rol die de politieke en maatschappelijke situatie van de Oostenrijks- Hongaarse-dubbelmonarchie speelde bij de nationalistische gevoelens en “Hongaarse Muziek” van Liszt en Bartók in de periode 1867-1918, meer in het bijzonder de taalkwestie, wordt ook nagegaan.
Het onderzoek zoekt een antwoord op de onderzoekvragen via een analyse van verschillende documenten, een comparatieve partiturenanalyse van de pianowerken van Liszt en Bartók, een documentsanalyse van handschriften en kopijen van de onuitgegeven Liszt-werken en het repertorium, een analyse van de correspondentie van István Thomàn met Bartòk, een analyse van zijn boek over klavieronderricht en zijn repertorium van pianorecitals, zijn publicaties, en bronnenonderzoek in diverse buitenlandse archiefinstellingen.
Promotoren:
Luc Van Hove
Stephan Weytjens
Henk de Smaele