Dit project start vanuit een persoonlijk dilemma. Mijn veertienjarige dochter vraagt: “Mama, Palestina en Israël, dat geweld, ik snap er niets van. Voor wie moet ik zijn?” Ik antwoord zo goed ik kan als moeder. Maar welke artistieke mogelijkheden staan als maakster van jeugdtheater tot mijn beschikking om morele vraagstukken aan te kaarten?
Als symboolfiguur binnen morele conflicten vertegenwoordigt het archetype van de schurk datgene wat een samenleving als haar schaduwkant beschouwt. Morele kaders zijn echter zelden helemaal helder. Oriëntatie in dit ambigue veld gebeurt vaak door simplificatie en een weergave van de schurk in gemakkelijk herkenbare uitvoeringen. Stereotypering in esthetiek en personagevorming is een traditioneel theatraal middel om een dramatisch conflict te benaderen. Deconstructie van stereotypen nuanceert vastgeroeste denkpatronen, maar roept ook vragen op naar het narratief in drama.
Vanuit literatuurstudie met een focus op de ‘schurkachtigheid’ van enkele notoire schurken, inzichten uit filosofie, antropologie en psychologie, en een archiefonderzoek, bestaat dit project vervolgens uit ‘practice as research’ aan de hand van het creatieproces van een lezing-performance voor adolescenten. Een ‘meterklas’ (een 4de middelbaar) begeleidt het proces als focusgroep. Door middel van een audiologboek met observaties van deelnemers, video-opnames van het creatieproces en de focusgroepgesprekken poogt het onderzoek bevindingen te destilleren die een antwoord formuleren op de onderzoeksvraag: Hoeveel deconstructie kan de schurk aan zonder zijn/haar rol als ‘kwade’ archetype in de podiumpraktijk kwijt te raken? De onderzoeksresultaten worden onder meer gedeeld in masterclasses met studenten van het Conservatorium (Educatieve master Drama en bachelor Drama).