EMA alumna Bieke Goovaerts aan het woord | AP School Of Arts Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Home
  • News
  • EMA alumna Bieke Goovaerts aan het woord

EMA alumna Bieke Goovaerts aan het woord

September is niet alleen voor onze studenten aan de Academie een spannende maand, ook leerkrachten staan dan, sommigen voor het eerst, aan de start van een nieuw en spannend schooljaar. Hoe voelt het om elk schooljaar opnieuw voor de klas te staan op 1 september? Blijf je nerveus of verdwijnen die zenuwen na een paar jaren? En waarom kies je voor een beroep als leerkracht? Al deze vragen en meer stelde ik aan twee alumni van onze Educatieve Master Beeldende Kunsten aan de Academie. Lees je mee?

Je staat ondertussen al 7 jaar in het onderwijs. Is september nog altijd even spannend als de allereerste keer dat je voor de klas stond?

Het wordt minder spannend hoe langer je op een school lesgeeft, maar vooral als je de vakken die je geeft al meerdere jaren na elkaar geeft. Ik heb bijna ieder jaar een ander pakket met andere vakken, nieuwe klassen, nieuwe gezichten, en dan blijft 1 september toch altijd spannend. Dit jaar geef ik op een nieuwe school les, maar vakken die ik wel al vaker gegeven heb. En dat vond ik minder spannend dan bijvoorbeeld een nieuw vak geven op een school die ik vanbinnen en vanbuiten ken. Het hangt er dus vanaf wat de situatie is!

Welke vakken geef je precies en aan welk jaar?

Ik geef dit jaar les op twee scholen, allebei Steinerscholen. Ik geef Leerbewerking in het vierde middelbaar ASO en Textielatelier in het vijfde en zesde middelbaar ASO in de Steinerschool in Berchem. Daarnaast geef ik ook Beeldende Vorming in het derde, vierde, vijfde, zesde en zevende jaar BSO in de Steinerschool in Lier.

Kan je een tweetal vakken, misschien degene waar je zelf het meest voldoening uithaalt, even kort beschrijven?

Leerbewerking is een ambachtelijk vak. De leerlingen leren het materiaal kennen aan de hand van een opgelegd werkstuk en maken daarna zelf een ontwerp. Dit vak bestond eigenlijk nog niet op school, maar toen er een aantal uren handwerk vrij kwamen, heb ik in samenwerking met de school een leeratelier ingericht. Dit werd ook geïnspireerd door het feit dat ik zelf met leer werk buiten mijn job in het onderwijs. Dat ik zelf een lessenpakket kon vormgeven vanuit mijn persoonlijke passie en beroepservaring is werkelijk fantastisch.

In het Textielatelier in het vijfde middelbaar nemen we opdrachten van binnen of buiten de school aan en werken die af gedurende een periode van 12 weken, en dit tijdens zes lesuren per week. De opdrachten variëren van pittenzakjes over turnzakken tot laboschorten. Alle opdrachten van 50 à 200 stuks zijn welkom, en enkel het materiaal zelf moet door de opdrachtgever aangekocht worden. De leerlingen maken hier voor het eerst iets dat niet voor hen is. Het gaat dus niet over hun eigen creativiteit, maar eerder over het functioneren in een geheel. Ze krijgen een idee van hoe op grotere schaal geproduceerd wordt en hoe iedere schakel daarin belangrijk is. Als één iemand onnauwkeurig werkt, heeft dat effect op het hele verdere proces en misschien ook op het eindresultaat. Als leerkracht zet ik hier een stapje terug. Ik geef uiteraard uitleg bij de verschillende uit te voeren stappen, maar zorg ook dat er werkfiches aanwezig zijn zodat de leerlingen zelfstandig aan de slag kunnen. Ik sta op dat moment dus niet echt als leerkracht voor de klas les te geven. Het draait eerder rond delegeren en zorgen dat het productieproces goed loopt en een oplossing bedenken als het vastloopt. Ik merk dat leerlingen op deze leeftijd klaar zijn om zelf verantwoordelijkheden op te nemen. De eerste jaren moest ik wat zoeken naar de juiste manier van aanpakken, maar ondertussen weet ik hoe dit het best aan te sturen is. Ik vind het een heerlijke manier van lesgeven, zo tussen je leerlingen staan. Je ziet een heel andere kant tevoorschijn komen waar sommigen zich opwerpen als leiders en anderen onder die leiding heel nauwkeurig en gedetailleerd de taken uitvoeren.

Nog even een korte anekdote over het vak Handwerk dat ik vorig jaar in de Steinerschool in Berchem gaf aan het tweede middelbaar. Lopende over het hele schooljaar (tijdens twee lesuren per week) maakten de leerlingen een sweater, wat enorm veel doorzettingsvermogen en inzet van de leerlingen vraagt. Ze moeten zich goed concentreren, want iedere stap is belangrijk. Voor sommige leerlingen was het echt een worsteling. Maar uiteindelijk waren ze allemaal verschrikkelijk trots op hun eigen sweater. Zo droeg één van de stoerste jongens van de klas zijn sweater elke dag voor drie weken lang nadat ze afgewerkt was. Dat vond ik echt ontroerend!

   

Kan je kort even beschrijven hoe je in het onderwijs bent terechtgekomen?

Ik had een atelier waar ik lederwaren maakte. Ik genoot enorm van het werken met mijn handen, maar vond het werk in mijn atelier nogal eenzaam. Ik ken de directeur van de Steinerschool in Berchem en toen ik hem eens tegenkwam op de markt, vertelde hij me dat ze iemand zochten om een vervanging op te nemen. Twee dagen later stond ik voor het eerst voor de klas.

Welke bijdrage heeft de Educatieve Master volgens jou op jouw lessen?

De opleiding heeft ervoor gezorgd dat ik steviger in mijn schoenen sta voor de klas. Hoe onzinnig het uitschrijven van lesvoorbereidingen soms ook mag lijken, het koppelen van mijn inhoud aan lesdoelen heeft er echt voor gezorgd dat ik een kapstok had om mijn les aan op te hangen. Door de leerdoelen te omschrijven wordt het nut van jouw vak helder. Het is ook duidelijk merkbaar dat de leerlingen heel goed voelen of je al dan niet duidelijk weet waar je naartoe wil en dat zorgt voor enthousiasme en sfeer in de klas. Als leerlingen het nut inzien van een opdracht, krijg je ze zoveel sneller mee! Ook heb ik veel tips meegekregen voor de goede opbouw van een les, en veel inspiratie voor de invulling ervan. De medeleerlingen en ook leerkrachten waren leuke mensen met een interessante achtergrond, wat ervoor zorgde dat naar de les gaan iets was om naar uit te kijken.

Hoe belangrijk zijn kunstvakken in het onderwijs volgens jou?

Heel belangrijk. Ik geef les in een Steinerschool en kan me helemaal vinden in hun kijk op het onderwijs. Ze gaan ervan uit dat, om een kind een evenwichtige ontwikkeling te geven, het nodig is dat niet alleen hun hoofd maar ook hun hart en handen aangesproken worden. Doorheen de middelbare Steinerschool loopbaan werken de leerlingen met verschillende materialen. Of het nu klei, stof, hout, wol, leer, koper, steen… is, ieder materiaal vraagt een andere aanpak en elke leerling reageert er anders op. Het ene kan je liggen en het andere niet. Tijdens allerhande handvaardigheidsvakken kom je jezelf tegen in zowel positieve als negatieve zin. In ieder geval leiden je handen je af van je hoofd. Handen kunnen minstens even intelligent zijn en ik denk dat daar meer de nadruk op mag liggen in onze wereld. Het kunstzinnige spreekt het hart dan weer aan. Schoonheid ervaren is enorm belangrijk. Niet alleen de schoonheid van kunst, maar ook van wat ons omgeeft, de schoonheid van kleuren, van materialen, van muziek, van woord. Als leerlingen geraakt kunnen worden door schoonheid leren ze respect en ontzag hebben voor de wereld. Iets dat vandaag de dag misschien wel belangrijker is dan ooit.