Ivo Hadermann studeerde aan de Koninklijke Conservatoria van Antwerpen en Brussel. Hij behaalde er het Hoger Diploma Hoorn met onderscheiding en het Hoger Diploma Kamermuziek met Grote Onderscheiding. Zijn professoren waren Andre Van Driessche en Theo Mertens. Hij volgde meestercursussen bij vooraanstaande hoornisten zoals Dale Clevenger (Chicago) en Alan Civil (London). Froydis Ree-Wekre (Oslo) en Ib-Lensky Otto (Stockholm). In 1978 werd hij laureaat van de Internationale solistenwedstrijd Tenuto. Na het 10-jarig bestaan van deze wedstrijd, ingericht door de toenmalige BRT, was het de eerste maal dat een koperblazer deze wedstrijd won. In 1979 begon hij les te geven in het DKO, met name de muziekacademies van Lanaken, Hoboken, Berchem, Boom, Noord-Limburgse muziekacademie te Overpelt, conservatorium van Leuven en dé Kunsthumaniora Antwerpen. Deze carrière liet hij staan om in 1987 aan het conservatorium van Antwerpen assistent te worden van Louis Gilis voor de cursus kamermuziek houtblazers, later ook voor de koperblazers. Zijn professionele loopbaan als orkestmuzikant begon in de Koninklijke Vlaamse Opera van Antwerpen, daarna volgde het BRT-Kamerorkest en sinds 1978 is hij verbonden aan het Nationaal Orkest van België als hoorn-solo. Hij is vast lid van het Collegium Instrumentale Brugense en I Solisti del Vento. Het Prometheus Ensemble en Het Nederlands Blazersensemble doen vaak beroep op zijn kwaliteiten. Met o.a. deze ensembles en orkesten maakte hij concertreizen door heel de wereld. Zijn passie voor kamermuziek was de drijfveer bij het oprichten van Trio Degustivo (piano, viool en hoorn) met Eric Baeten en Stefan De Schepper. Met al deze orkesten en ensembles maakte hij talrijke opnames uit het repertoire van de kamermuziek, symfonisch en solistisch. In het najaar 1999 verscheen er een cd met soloconcerti van G.P. Telemann en in oktober 2001 één met concerti voor 2 hoorns van Vivaldi met het Collegium Instrumentale Brugense. Hij gaf veel recitals met o.a de bekende pianisten Frederic Gevers, Robert Groslot, Andre de Groote, Jean-Claude Vanden Eynde en Daniël Blumenthal. Hij verdiept zich ook in de sololiteratuur voor alpenhoorn, een instrument dat sinds enkele jaren een plaats op het concertpodium tracht te veroveren. Momenteel is hij tevens docent Kamermuziek koperblazers en houtblazers aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen waar hij gedurende vele jaren vakgroepvoorzitter van de koperblazersklassen was. Ook is hij titularis van de klas 'Transpositie'. Van 1991 tot en met 2002 was hij dirigent van de Koninklijke Harmonie St. Cecilia van Schelle, het amateursensemble waar hij zijn eerste muzikale stappen zette.
Opleidingsonderdelen: Kamermuziek, Transpositie