Tijdens de tweede helft van de 19de eeuw ontstond vanuit de Franse culturele erfenis een specifieke hoornschool aan de Belgische conservatoria. Vele musici uit deze traditie trokken na hun studies naar Frankrijk, Groot-Brittannië of de Verenigde Staten, en beïnvloedden op hun beurt generaties lokale hoornisten. De typerende ‘lyrische’ speelstijl van deze pioniers inspireerde componisten tot het schrijven van een omvangrijk, eigenzinnig en hoog-kwalitatief repertoire voor het instrument. Het leeuwendeel van dit repertoire is tot op heden slechts in uiterst beperkte mate ontsloten, en vaak ontbreken essentiële gegevens met betrekking tot instrumentatie, speelstijl en uitvoeringspraktijk.
Het doel van dit onderzoek is om oude speelwijzen en -methodes te herontdekken. Hiernaast wil het de kennis en speelpraktijk op historisch instrumentarium verfijnen. Tenslotte wil het een duidelijk referentiekader scheppen door doorgedreven bronnenonderzoek en de invloeden die deze stroming uitoefende op de verdere ontwikkeling van de muziekpraktijk in kaart brengen.
De sleutel tot een betere kennis, uitvoering en ontsluiting van dit waardevolle repertoire ligt verborgen in bibliotheken, in archieven, in oude opnames en in instrumentencollecties. Door de terugkoppeling van deze informatie naar de speelpraktijk kunnen deze werken terug de waardering krijgen die ze verdienen. Dit onderzoeksproject wil een unieke fundamentele bijdrage leveren aan de kennis over dit instrument en de muziekcultuur in het algemeen.