Onderstaande informatie is voor de Klassieke muziek opleiding. Voor Jazz kan u terecht op de pagina over het Jazz programma.
VAKGROEPVOORZITTER: Joost Van Kerkhoven
Via studiegidsen en handboeken vind je praktische en inhoudelijke informatie over de specifieke cursussen.
Elke instrument- of zangstudent van het Conservatorium Antwerpen krijgt een stevige basis aan muziektheoretische vaardigheden mee. Deze worden vormgegeven binnen het vakgebied Algemene Muzikale Vorming en zitten vervat in het curriculum van elke bachelor student.
De theorielessen zijn sterk geïnspireerd door de artistieke praktijk en hebben een directe relatie met het repertoire uit de zang-, instrument-, kamermuziek-, koor- en orkestlessen. Andersom wordt ook de praktische toepassing van de muziektheorie binnen de praktijklessen getrokken; een goede theoretische beheersing draagt immers rechtstreeks bij tot een rijkere en beter onderbouwde artistieke uitvoering.
Het vakgebied Algemene Muzikale Vorming bestaat uit vijf opleidingsonderdelen: Algemene Muziekleer, Gehoorvorming, Analyse, Praktische Harmonie & Improvisatie (in de vocale afdeling: Piano voor zangers) en Muziekschriftuur. Deze zijn standaard opgenomen op niveau nevenvak in elk curriculum met een specifieke nadruk en invulling per vakgroep. Je kan daarnaast zelf kiezen voor een zwaarder theoretisch pakket via het keuzeprogramma of via een creditcontract en bepaalde opleidingsonderdelen volgen op niveau hoofdvak.
Aan de basis van een efficiënt studieproces en een doeltreffende partituurverwerking ligt een sterke beheersing van de basiscompetenties van solfège: sleutelkennis, prima vista, ritmiek en harmonisch en melodisch inzicht. In de lessen Gehoorvorming en Algemene Muziekleer (AML) krijg je een doorgedreven functionele training van deze vaardigheden, waarbij de link tussen de theorie, praktische toepassing en de artistieke praktijk steeds duidelijk is.
In de modules Algemene Muziekleer ligt de nadruk op kunnen en kennen en werk je aan visueel-analytische competenties (met score). Gehoorvorming is gericht op het herkennen en traint je auditief-analytische vaardigheden, zonder notenbeeld of score.
De docenten coachen vanuit verschillende complementaire invalshoeken en begeleiden je bij de verwerving van een intonatief, ritmisch, melodisch en harmonisch fundament. Het principe ‘Hear with your eyes’ is een centraal begrip: de training van de drie associaties klank-greep-noot. Hierbij ontwikkel je je inwendige tonale klankvoorstelling, koppel je die aan een actieve muzikale beleving en timmer je aan een melodisch, ritmisch, harmonisch en structureel geheugen.
Vanuit gezamenlijk tonaal materiaal legt elke docent zijn eigen accenten op het gebied van ritmiek, leesvaardigheid, intonatie, meerstemmige gehoorvorming en geheugentraining. Zo ontwikkel je je visueel, auditief en analytisch muzikaal voorstellingsvermogen vanuit diverse hoeken.
De lessen zijn praktijkgericht; zowel in het gebruikte basismateriaal als in de toepassingen maken de docenten gebruik van bestaande solo -en kamermuziekpartituren. De training gebeurt gedifferentieerd en wordt aangepast aan je vakgroep. Doordat AML en Gehoorvorming rechtsreeks gelinkt zijn aan de lessen Analyse, Schriftuur en Praktische Harmonie & Improvisatie kan je de opgedane competenties ook daar verder trainen en verfijnen.
AML en Gehoorvorming situeren zich in de opleidingstrajecten bachelor 1 en 2. Vanaf 2018-2019 kan je opteren voor een Uitdieping via je keuzepakket. De lessen vinden wekelijks plaats per vakgroep en bouwen gradueel verder. Via niveautesten kan je springen naar een volgende groep. De docenten voorzien eveneens in monitoring en extra coaching voor wie daar nood aan heeft. Zo bereikt elke student op zijn tempo het eindniveau.
DOCENTEN:
ALGEMENE MUZIEKLEER
Edwig Abrath, Tom Collier
GEHOORVORMING
Tom Collier (incl coordinatie), Edwig Abrath, Peter Maus
Een individuele en verantwoorde interpretatie vormgeven gaat veel verder dan het correct weergeven van een partituur: het vertrekt vanuit een dieper inzicht in en achter het geschrevene. In de lessen Analyse ga je dieper in op harmonische, melodische en vormanalyse en leer je de verschillende analysetechnieken toepassen. In de praktijklessen instrument, zang, koor en kamermuziek wordt deze theorie gelinkt aan de concrete uitvoeringspraktijk. Zo’n onderzoekende benadering stelt je dus niet enkel in staat om je muziekpartituren beter te analyseren en synthetiseren. Analyse helpt je ook om een doordachte visie en interpretatie te ontwikkelen op bestaand én nieuw repertoire.
In Analyse nevenvak 1, 2 en 3 - standaard in het opleidingsprogramma - doorgrond je de voornaamste stijlperiodes. Het docententeam begeleidt je vanuit hun eigen specialisaties: oude muziek, nieuwe muziek, romantische muziek, historische of hedendaagse uitvoeringspraktijk. Je krijgt zicht op de diverse soorten muziek en genres en ontwikkelt een algemeen analytisch inzicht aan de hand van de standaardwerken uit het grote klassieke repertoire, van Bach tot en met het 20ste-eeuwse repertoire.
Je kan ook beslissen om Analyse op niveau hoofdvak te volgen om een meer diepgaand analytisch inzicht te kunnen koppelen aan je concrete uitvoeringspraktijk. Of om het als keuzevak verder te zetten in de masteropleiding. In Analyse 4 en 5 ga je dieper in op het romantisch, het 20e en het 21e-eeuwse repertoire en word je ondersteund in je eigen artistiek onderzoek. Je past de verschillende analysetechnieken toe op een meer persoonlijk gekozen traject. Daarbij ga je zelfstandig aan de slag en raadpleeg je bestaande relevante bronnen. De wekelijkse groepslessen worden hier aangevuld met individuele coaching, ter voorbereiding van de eindwerken.
DOCENTEN: Frank Agsteribbe, Steven Prengels, Yves Senden, Stephan Weytjens
Ieder musicus – creërend én uitvoerend – wordt dagdagelijks geconfronteerd met het inhoudelijk-creatieve aspect van het beroep: van improviseren tot structureel denken; luisterend én inzichtelijk musiceren; reducties of begeleidingen maken.
In de opleiding Muziek zien we improvisatie en praktijkgericht tonaal inzicht daarom als een onontbeerlijk onderdeel van de bredere horizon van de musicus. Met enige trots kunnen we zeggen dat ons docententeam ter zake over heel veel expertise beschikt en bij de koplopers in Vlaanderen en zelfs in Europa behoort.
Als KCA-student instrument of zang word je getraind in harmonische en improvisatorische vaardigheden, waarbij steeds de link wordt gelegd tussen de praktische oefeningen en de artistieke praktijk.
Iedere instrumentstudent bachelor 1 volgt een inleidende cursus Praktische harmonie en Improvisatie (PH&I) nevenvak waarin de basis voor improvisatie en praktijkgericht tonaal inzicht aangereikt wordt. Speel je een akkoordinstrument dan ga je je hier gedurende de volgende bachelor- en masterjaren verder in verdiepen. Zo zal je als gitarist gedurende vijf jaar PH&I nevenvak als vast onderdeel in je curriculum treffen en biedt de specialiteit Begeleiding en Coaching in de masteropleiding piano een diepgaande coaching m.b.t. creatief en tonaal inzicht, reductie, transpositie en prima vistaspel in het opleidingsonderdeel Klavierpraktijk.
Daarnaast kan je binnen het keuzepakket een extra focus op improvisatie leggen. Zo kan je ook in bachelor 2, en verder, Praktische Harmonie en Improvisatie nevenvak opnemen. Je kan instappen in de ‘joint module’ Improvisatie waarbij internationale docenten uit het METRIC-project (Guildhall School te Londen, Koninklijk Conservatorium Den Haag en Koninklijk Conservatorium Antwerpen) elkaar afwisselen. Of je kan kiezen voor een module partimentospel of basso continuo.
Regelmatig worden er toonmomenten georganiseerd, waarop je je eigen creaties op het podium brengt. Voor de meest gedreven en ambitieuze studenten is er de mogelijkheid om deel te nemen aan de René Arons-wedstrijd, een competitie ter nagedachtenis van één van onze oud-docenten.
DOCENTEN: Sterre De Raedt, Korneel Bernolet, Hendrik Braeckman, Ewald Demeyere, Jeroen Malaise, Yves Senden (incl. coördinatie), Carlo Willems
Binnen de cursus Muziekschriftuur nevenvak leer je je muzikale voorstellingsvermogen te ontwikkelen en vorm te geven. Je inzicht in de functioneel-tonale harmonie wordt getraind en aangescherpt aan de hand van gerichte oefeningen, die vertrekken vanuit de wetmatigheden van een traditionele vierstemmige koorzetting.
Een brede oriëntatie, grotendeels gebaseerd op de periode van Classicisme tot Vroegromantiek, vormt de voedingsbodem om je inzichtelijke kennis ook uit te breiden op het vlak van analyse en praktische harmonie en improvisatie. Daarnaast word je ook van binnenuit vertrouwd gemaakt met de bouwstenen die aan de basis liggen van veel werken uit het basisrepertoire van de lessen kamermuziek, zang of instrument. Op deze basis kan worden voortgebouwd naargelang je persoonlijke interesse, bijv. de beginselen van contrapunt of stijlgebonden harmonie.
Muziekschriftuur is als ondersteunend nevenvak opgenomen in het bachelor programma van elke student instrument en zang. Studenten met een bijzondere interesse in muziekschriftuur kunnen opteren voor de opleidingsonderdelen Harmonie en Contrapunt, waarbinnen schriftuur op niveau hoofdvak behandeld wordt.
DOCENTEN: Peter Thys, Stephan Weytjens (incl. coördinatie), Peter Thomas (contrapunt), Alain Craens