Aangezien een musicus enkel kan ontroeren als hij zelf ontroerd is, is het noodzakelijk dat hij zich kan verplaatsen in alle gemoedsstemmingen die hij bij zijn publiek wil teweegbrengen.
- Carl Philipp Emanuel Bach (1714-1788)
Klavecinist Ewald Demeyere is ervan overtuigd dat de overdracht van de emotionele inhoud van een compositie de belangrijkste taak is van een musicus. Aangezien elke periode echter zijn specifieke kenmerken heeft, wil hij hieraan de historisch geïnformeerde klaviertechniek en uitvoeringspraktijk verbinden. Zijn onderzoek, dat onder andere resulteerde in de publicatie van zijn boek ‘Johann Sebastian Bach's Art of Fugue—Performance Practice Based on German Eighteenth-Century Theory’ (Leuven University Press, 2013) en zijn artikel ‘On Fedele Fenaroli’s Pedagogy: An Update’ (Eighteenth-Century Music 15/2, Cambridge University Press, 2018), is nooit een doel op zich maar staat steeds ten dienste van de eloquentie van het muzikale discours.
Als uitvoerend musicus nam Demeyere ruim 100 CDs op, waarvan een groot aantal in solistisch of kamermuziekrepertoire (o.a. met Barthold Kuijken).
Hij geldt vandaag als één van de specialisten op het gebied van partimento en historische improvisatie.
In 2013 was hij jurylid voor het internationale klavecimbelconcours Paola Bernardi in Bologna.
In 2018 won hij de CPEB:CW Counterpoint Contest waarbij de jury unaniem was in zijn oordeel dat zijn ‘Ricercar a 5 per cembalo’ “the most accomplished and natural in its flow” is.
Demeyere doceert partimento, improvisatie, oratorium en historische uitvoeringspraktijk aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen en is hoofdvakdocent klavecimbel, partimento en improvisatie aan het Institut Supérieur de Musique et de Pédagogie van Namen, waar hij eveneens de afdeling Oude Muziek leidt.
Aan het KCA verbonden als: docent Praktische Harmonie en Improvisatie, oratorium, partimento, historische uitvoeringspraktijk en hoofddocent contrapunt.
Foto © Hans Morren